Marktvisie en Inkoopstrategie Circulaire Viaducten en Bruggen: leren door te doen

Belangrijk onderdeel van de Nationale Conferentie Circulaire Economie op 14 maart is de presentatie van de Markvisie en Inkoopstrategie Circulaire Viaducten en Bruggen. Die geeft de sector de komende jaren het noodzakelijke duurzame zetje, verwachten Davy Huiberts van Rijkswaterstaat en Emile Hoogterp van Ingenieursbureau Westenberg. “Deze visie maakt het beheerders en de markt makkelijker om de circulaire ambities voor 2030 en 2050 te behalen.”

De presentatie is het resultaat van een Buyer Group Circulaire Viaducten. Daarin wisselden, tientallen vertegenwoordigers van publieke organisaties en marktpartijen op initiatief van Rijkswaterstaat en PIANOo kennis en ervaringen uit. Ze vertaalden de gesprekken in de Marktvisie en Inkoopstrategie. Die zorgt voor vraagharmonisatie en standaardisatie en daarmee minder gebruik van primaire grondstoffen, reductie van stikstof- en CO2-uitstoot en een kleinere milieubelasting.

Laagdrempelig

Opdrachtgevers uniformeren en bundelen met de strategie hun manier van inkopen. Beheerders zien op één a4’tje concrete inkoop- en contracteisen voor een project. Of ze nou een viaduct of een fietsbruggetje moeten vervangen. “We tonen hoe je vrijkomende onderdelen van bestaande kunstwerken en/of duurzame materialen kunt gebruiken en hoe je kunstwerken ontwerpt die in de toekomst herbruikbaar zijn. Dat doen we aan de hand van drie niveaus: basis, significant en ambitieus. Heb je als beheerder of aannemer weinig ervaring, stap je laagdrempelig in op het basisniveau. Met meer ervaring kies je voor impactvollere maatregelen uit de andere niveaus”, legt Huiberts uit.

Onbekend maakt onbemind

Praktijkvoorbeelden en geleerde lessen vormen ook een belangrijk onderdeel van de visie, zegt Hoogterp. “We zitten in een traditionele sector met best veel onbekendheid en onzekerheid over de weg naar een circulaire economie. Beheerders zijn terughoudend vanwege veiligheids- en financiële risico’s en tijdsdruk vanuit de omgeving, burgers en politiek. Maar er zijn ondertussen veel praktijkvoorbeelden die bewijzen dat circulair bouwen al wel kán. Als we onze duurzame instandhoudingsopgave serieus nemen committeren we ons als sector aan het ambitieuze niveau en zeggen alle beheerders: ‘Ik wil graag een circulaire brug’.”

Leren en experimenteren

Huiberts beschouwt de komende jaren als ‘een leerproces’. De sector moet volgens hem de tijd en ruimte nemen voor ‘leren en uitproberen. “Dat is de enige manier om ervaring op te doen met circulair bouwen. Beter de komende jaren een brug minder, dan over een paar jaar geen (duurzame) standaarden waarmee we ons areaal versneld kunnen beheren en onderhouden. Zorg daarom dat projecten niet werken met mega krappe budgetten en doorlooptijden. Investeer nu een beetje tijd en geld om later te kunnen versnellen. Daarvoor zijn trouwens steeds meer subsidiepotjes, groeifondsen en programmagelden. Sommige overheden stellen al een standaard percentage van het projectbudget beschikbaar voor duurzaamheid. Financiële redenen om bij projecten voor het ‘oude lineaire normaal’ te kiezen, zijn er dus niet.”

Samenwerkplatform

Leren en opschalen staat ook centraal bij het Samenwerkplatform voor Circulaire Viaducten en Bruggen. Dat is de opvolger van de Open Leeromgeving van de Bouwcampus en Buyer Group Circulaire en Bruggen van PIANOo. Het netwerk gaat aan de slag met de praktische uitvoering van de gezamenlijke Markvisie en Inkoopstrategie en deelt kennis en ervaring uit de praktijk. Koplopers in circulair bouwen vertellen bijvoorbeeld tijdens bijeenkomsten voor beheerders en marktpartijen over hun geleerde lessen.

Verwachtingen

Huiberts en Hoogterp verwachten veel van de Marktvisie en Inkoopstrategie. “We komen nu meer in de competitiefase van de overgang naar het ‘nieuwe normaal’. Verschillende provincies en gemeenten gaan de komende jaren met de Marktvisie en Inkoopstrategie aan de slag. Als zij hun goede ervaringen delen, volgen andere beheerders snel. Dan zetten we als sector mooie stappen richting onze ambities”, zegt Huiberts. En dan doelt hij op een meetbare reductie van CO2 en primair grondstoffengebruik van 55% in 2030, 80% in 2040 en 100% in 2050 ten opzichte van 1990.

Hoogterp knikt. “Het mooie van dit document is dat het geschikt is voor alle soorten beheerders. Voor Rijkswaterstaat, maar net zo goed voor een kleine gemeente die een voetgangersbrug in een park moet vervangen. Deze samenwerking helpt marktpartijen en overheden heel concreet bij onze gezamenlijke ambities. We kunnen als bruggen- en viaductensector een voorbeeld worden voor andere sectoren”.

Bekijk voor meer informatie en de actuele agenda de website van Platform Bruggen (onder thema: Hergebruik, Circulariteit en Duurzaamheid) of scan de LinkedIn QR Code om de groep te volgen.