‘Club van 25’ moet nauwkeuriger beeld vervangingsopgave opleveren

Platform Bruggen, waarbij Ingenieursbureau Westenberg nauw betrokken is, zoekt 25 beheerders die een rol willen spelen bij het opstellen van het Landelijk Prognoserapport Infrastructuur 2.0. Demissionair minister Van Nieuwenhuizen, VNG en IPO ontvingen dit jaar de eerste versie. “Toen spraken we af dat we elke twee jaar een vervolgrapport maken dat nog meer inzicht biedt in wat op ons afkomt”, legt Fred Westenberg uit.

In opdracht van de bouwagenda bracht hij samen met anderen de vervangingsopgave van civiele kunstwerken in beeld. “Daarmee legden we voor het eerst alle kunstwerken in Nederland vast. Zo’n overzicht bestond nog niet. Aan de hand van eenvoudige berekeningen bepaalden we de vervangingsopgave. TNO maakte op basis van het onderzoek het prognoserapport dat we aan de minister overhandigden”, vat Westenberg de geschiedenis kort samen.

Nu is het tijd voor vervolgstappen en vooral verdiepingsslagen. “Bedoeling is dat we stap voor stap de staat van alle kunstwerk vastleggen. De komende twee jaar willen we dat, in eerste instantie, samen met 25 beheerders doen. De beheerders (laten) hun areaal inspecteren, volgens een gezamenlijk afgesproken standaard. Ook stellen ze de kosten van vervanging en onderhoud voor de komende decennia vast. Die uitkomsten extrapoleren we naar het landelijke beeld. Op die manier weten we nauwkeuriger hoe groot de vervangingsopgave nou daadwerkelijk is.”

Na die twee jaar volgt dan weer een nieuwe groep beheerders, zodat het beeld steeds scherper wordt. “Voor nu willen we een projectgroep samenstellen. De club van 25, noemen we die. Dit is een unieke mogelijkheid voor beheerders. De werkzaamheden moeten ze toch uitvoeren en nu liften ze mee met de beschikbare kennis en expertise van collega’s en experts. Een aantal gemeentes en provincies zegden hun medewerking ondertussen al toe. Meld je daarom zo snel mogelijk aan om ook onderdeel van deze groep uit te maken”, doet Westenberg een oproep.

De schatting van de kosten van vervanging en renovatie van de civiele infrastructuur zal van de huidige 1,5 miljard per jaar, moeten groeien naar 3 tot 4,5 miljard per jaar in de periode 2040-2050. De verwachting is dat die kosten verder oplopen als het beeld nauwkeuriger wordt.